Panama en de San Blas eilanden

15-01-2021 | 2020 - 2021 (virtueel)

De reis van Curaçao naar Panama is ongeveer 700 zeemijl. Dat is bijna 1300 kilometer. Normaal zeilt de Thalassa met een snelheid van ongeveer 6 tot 7 knopen. Een knoop is een snelheid van één zeemijl per uur, dus 6 tot 7 knopen is ongeveer 12/13 kilometer per uur. Even door rennen en je kunt het schip bijhouden. Het stuk tussen Curaçao en Panama gaat echter altijd vrij vlot! De wind zit mee en is soms zelfs krachtig, dus na vier dagen zeilen kun je al in Panama zijn. Vier dagen rennen met 13 kilometer per uur is niet mogelijk, dat maakt reizen met een schip zo mooi!

In Panama moet het schip inklaren. Dit is een officieel moment, waar een stuurman of de kapitein het schip en de mensen aan boord aanmeldt als aangekomen in een land. De paspoorten worden gecontroleerd en afhankelijk van het land worden de aanwezigen aan boord persoonlijk gecontroleerd. In Panama doen wij dit in Portobelo.

Na inkopen van fruit en verse groenten gaat de reis meteen door (of ja eigenlijk terug…) naar de San Blas eilanden. Dit is een eilandengroep langs de Panamese kust. Hier zie je onbewoonde eilanden, zoals iedereen ze zich voorstelt, met kokosnoten op het witte strand en tropische vissen die om je benen zwemmen wanneer je een duik neemt in het heerlijk warme helderblauwe water.

Jesse uit School at Sea lichting 2018/2019 beschrijft het zo:

Vandaag begon al als een goede dag. In de ochtend werd ik vroeg wakker, dus stond ik maar vast op. Toen ik naar buiten liep zag ik dat we al langs allemaal prachtige eilandjes voeren. Niet lang daarna begonnen we, vlak voor een groepje eilandjes, heel langzaam te varen en toen we het geratel van het anker hoorden waren we officieel aan gekomen op een van de mooiste plekken die ik ooit heb gezien! We kunnen vanaf waar we liggen Panama al zien en op nog geen 100 meter afstand liggen een paar eilandjes met prachtige zandstrandjes en enkele huisjes erop. Door de donkerblauwe zee en de lichtblauwe lucht leek alles nog mooier en realiseerde ik me weer even hoe speciaal deze reis is. Na een half uur te hebben genoten van al het mooie van San Blas begon het ontbijt en daarna was het gewoon weer tijd voor school. Rond 16:00 uur kwam een aantal lokale bewoners in twee kleine, houten kano’s naar ons toe geroeid met daarin een paar manden met zelfgemaakte doeken, bandjes, portemonnees, enzovoorts. Deze mensen hebben toen voor ons een klein marktje op het schip opgebouwd waar we ongeveer een uur allemaal spulletjes van hen konden kopen. Nadat het marktje weer was vertrokken en iedereen al hun gekochte spulletjes had opgeborgen gingen we weer verder met school en in no-time was de dag alweer voorbij. Die avond heb ik nog samen met een paar mensen spelletjes gespeeld en buiten gekletst. Toen ik in mijn bed lag, bedacht ik weer even hoe bijzonder het is om dit alles mee te maken en viel ik na een tijdje in slaap.

Jesse

Amber uit school at sea lichting 2014/2015 was ook onder de indruk

Het is hier zo ongelooflijk mooi! Net alsof je een reisgids opent en je de plaatjes van de witte zandstranden, palmbomen en heldere water voorbij ziet komen. We hadden tropenrooster en waren dus na 1 uur vrij. Martin had al heel vaak gezegd dat dit DE mooiste plek was om te snorkelen. We waren omringd door een aantal eilandjes en we mochten kiezen naar welke we wilden gaan. Uiteindelijk gingen er verschillende boten naar de verschillende eilandjes. Op het eerste eiland leefden een paar mensen, het tweede eiland was onbewoond en had een strand, een paar bomen en veel bossage (hier hebben we ook overnacht). Het laatste eiland was meer een zandbank met een prachtig koraalrif! Veel mensen zijn gaan snorkelen wat echt de moeite waard was! We hebben veel vissen en andere waterdieren gezien, mooie schelpen en zelfs springende roggen uit het water. Een bijzondere dag die de meeste van ons denk ik niet snel gaan vergeten.

Amber

Benjamin uit School at Sea lichting 2015/2016

Vandaag kwamen we na vier dagen varen in de ochtend aan op de San Blas! Het barst hier echt van de kleine eilandjes met witte stranden en hoge palmbomen. In totaal zijn er 357 eilandjes waarvan er 45 bewoond zijn. We lieten ons anker zakken en nog geen vijf minuten later voeren er vier kleine kano’s naar ons schip. In de kano’s zaten hele families die allemaal zelfgemaakte armbandjes, touwtjes en kleden verkochten. Voordat ze op het schip mochten om spullen te verkopen vertelde Martin eerst iets over de eilandjes en over hun cultuur. Wat ik het meest interessant vond was dat deze bevolking leeft van hun kokosnoten, met de nadruk om HUN. Een van de hoofdregels hier is dus dat je niet zomaar kokosnoten mag plukken/rapen, want het is hun eigendom. Je moet voor elke kokosnoot betalen, want kokosnoten zijn hun grootste inkomstenbron. Per jaar verkopen ze 15.000 kokosnoten aan Colombia.

Na de uitleg over de San Blas mochten de bewoners aan boord komen om spullen te verkopen, iedereen die nu nog niks wilde kopen mocht gaan zwemmen. Het grootste deel ging zwemmen, omdat we later ook nog dingen konden kopen. Het water is echt heerlijk warm hier. We hebben een fender aan de ra vast gemaakt, zo kon je vanaf het kluivernet in het water slingeren. Na lekker gezwommen te hebben, moesten we van de leraren weer terug aan ons schoolwerk. Ik heb toen aan mijn praktische opdracht over het slavenschip gewerkt, want die moet op de 14e januari af zijn.

Na ons schoolwerk werden we bij elkaar geroepen en toen werd verteld dat we het moordspel gingen spelen. Het moordspel houdt in dat iedereen op het schip (ook Martin en Mieke) drie kaartjes trekt: een persoon op het schip, een moordwapen en een plek. Je kan dus bijvoorbeeld deze drie kaartjes trekken: Martin, een reddingsvest en in de machine kamer. Als je iemand hebt vermoord, krijg je de kaartjes van die persoon en dan gaat het spel door totdat er één iemand overblijft. Het spel begon direct en er waren binnen een paar uur al drie mensen vermoord. Later op de avond hebben we ook nog haaien gezien, ze waren met zijn drieën en waren ongeveer één meter lang.

Benjamin